Zonder vestibulaire informatie moet het kind, om zijn evenwicht te bewaren, de twee andere sensorische inputs versterken:

• de ogen, zoekt naar vaste oriëntatiepunten om de blik en het lichaam te stabiliseren
• de proprioceptie, zoekt naar stabiele en geruststellende ondersteuningen.

Je kunt als ouder je kind helpen door:

• regelmatig de ogen te laten controleren. Indien nodig de ogen laten corrigeren met een bril is erg belangrijk. Het zicht moet zo goed mogelijk zijn, zodat het erop kan vertrouwen om zich te stabiliseren.
• zorg voor goede lichtomstandigheden en vermijd volledige duisternis.
• versterk de visuele referenties van verticaal en horizontaal lijnen of vlakken in zijn omgeving. Het kind heeft het moeilijk om in zijn lichaam te voelen wat verticaal is, omhoog, omlaag, voorkant of achterkant is. Door zijn ruimte visueel en kunstmatig te structureren kan hij gemakkelijker aanwijzingen aannemen en zijn eigen houding en bewegingen integreren. Bijvoorbeeld met muurstrepen in contrasterende kleuren, posters, donkere deur- en raamcontouren en een grote spiegel.
• vermijd onregelmatigheden in de vloer (tapijt, kleden).
• moedig het kind aan om naar vaste oriëntatiepunten te kijken bij het veranderen van positie. Vertraag je eigen beweging zodat het kind kan anticiperen op beweging en niet wordt meegesleept door de overweldigende visuele bewegingen ion zijn omgeving. Tijdens bewegingen (schommels, rotaties, omkeringen) verliest het kind zijn positie. Hij heeft geen tijd om zijn blik te fixeren. Wat hij ziet, schommelt te snel.
• trek voor de peuter zijn blik naar je toe voordat je hem wiegt of in de armen optilt. Het kind heeft dan een referentiepunt voordat hij ‘beweegt’.
• Een ouder kind de ruimte en tijd geven om de omgeving binnen en/of buiten eerst te verkennen alvorens het kind zich vrij kan bewegen en gaat spelen.
• zorg voor goede meubels in huis. Het kind spant zich voortdurend in om de stabiliteit van zijn lichaam te beheersen ten koste van de aandacht die het moet besteden aan luisteren, kijken en leren. Zorg voor goede rug-en hoofdsteun. De tafel en stoel zonodig op maat gemaakt. Stoel met armleuning en een voetensteun op de grond. De voeten moeten altijd de steun hebben van de grond.
• zorg ervoor dat je jezelf op dezelfde hoogte brengt als de blik van het kind wanneer je hem aanspreekt. Geef het kind een stevige steun op je schoot als je samen een prentenboek bekijkt of een spelletje speelt.
• zorg dat het kind tijdens het opstaan ergens aan kan leunen of tegen een muur kan steunen.

Hoe minder moeite het kost om zijn lichaam te beheersen, hoe meer aandacht het kind zal hebben voor andere taken.

Massages en liefkozingen zullen de baby helpen om een fijner bewustzijn van de verschillende delen van zijn lichaam te ontwikkelen. De massage helpt de baby te ontspannen en te kalmeren maar ook om hem voorzichtig te mobiliseren zodat hij zijn bewegingsmogelijkheden in een veilige omgeving ontdekt.
Voor een grote spiegel kun je je kind helpen met het benoemen van alle lichaamsdelen en de bewegingen die je daarmee kan maken in relatie tot de ruimte: omhoog, omlaag, opzij etc.
Laat het kind zoveel mogelijk op blote voeten lopen zodat het veel informatie krijgt van de ondergrond. Hoe meer het kind zijn motorische vaardigheden in een veilige omgeving kan oefenen en ermee kan experimenteren, hoe meer strategieën het kan ontwikkelen om zijn lichaam en zijn blik spontaan te stabiliseren.