Tag Archief van: sport

Sander strijdt voor deelname aan de Paralympics

Team Koomen maakt zich op voor deelname aan de Paralympische Spelen van Parijs in 2024.

Sander is succesvol triatleet en heeft Ushersyndroom. Hij bereidt zich voor op kwalificatie voor de Paralympische Spelen van Parijs in 2024. Sander: “Het ‘meedoen is belangrijker dan winnen’ gaat voor nu even niet op. De beste resultaten bepalen de ranking voor deelname. Het NOC*NSF wil medailles zien voor zij deelnemers financieel gaan ondersteunen. Op 8 maart moet ik in Tasmanië echt medailles halen  op de triatlon. Nu wordt het spannend!”

 

Medaillejacht
Na Tasmanië staat ook al 1 juli vast; deelnemen in Madrid. De triatleet uit Wormer heeft een strategisch wedstrijdplan uitgestippeld waarbij hij de meeste kansen heeft op medailleoogst. Daarvoor moet hij echter wel ver reizen. Zoals op 6 maart maar liefst 28 uur reizen naar Tasmanië, deelstaat van Australië. En deelname kost geld. Veel geld. Want als team moet ook zijn guide Daaf Plomp mee. (Die fungeert als zijn ogen en oren in de wedstijd.) Want ook al is Sander twee keer verkozen tot Zaanse para-atleet, los van naamsbekendheid en blijk van waardering, bracht dat geen geldprijs met zich mee.

“Ik snap dat de gemeente vol inzet op zoveel mogelijk inwoners de kans te geven om te sporten. Dat is ook heel belangrijk. Net zoals een veilig sportklimaat. Gelukkig heb ik als Team Koomen via mijn eigen stichting
Enjoinsport steun door trouwe sponsors, partners, adviseurs en mijn fysiotherapeut.” (Zie op www.enjoinsport.nl/sponsor welke topbedrijven helpen zijn droom waar te maken.)

Ushersyndroom
In 1993 werd bij Sander het Ushersyndroom geconstateerd. Dit is een erfelijke aandoening waarbij zowel het horen als het zien aangetast is. Bij deze combinatie spreken we vaak over doofblindheid, terwijl de meeste mensen net als Sander niet volledig doof en blind zijn, maar zeer slechthorend en zeer slechtziend. Zijn aandoening belet Sander niet zeer positief in het leven te staan. En in sportief opzicht keihard ervoor te gaan op de onderdelen hardlopen, zwemmen en fietsen.

Goede kans op winst
“Ik zit in een zware groep. Ze zijn allemaal goed. Er zitten geen ‘koekenbakkers’ tussen. Maar ik maak zeker goede kans op winst”, zegt Sander strijdlustig. De topsporter weet nu al dat hij het in Tasmanië moet opnemen tegen deelnemers uit onder meer Amerika, Japan en natuurlijk Australië zelf.

Strategisch plan
In zijn strategische plan staat ook deelnemen aan de triatlon in Montreal (Canada) en Wales. “Het parcours in Montreal ligt me wel. Maar in Wales juist niet. Alleen is in het Verenigd Koningrijk meedoen wel goedkoper want het is dichterbij huis. Dit jaar wordt het voor mij zoeken waar ik winst kan halen. En goed in de wandelgangen luisteren naar mijn medesporters. Wie gaat waar heen?”

Zware concurrentie
In het deel van de paralympische topsportwereld waar Sander voor goud gaat, komt hij steeds dezelfde gezichten tegen. Zo weet de Zaanse sporter dat hij zo’n vijftien sporters moet verslaan om in de medailles te vallen die zo hard nodig zijn voor een ranking richting Parijs. “Het niveau is heel hoog. Zo lopen we de 5 km binnen zestien minuten, doen we circa 27 minuten over de 20 km fietsen.”

Het doel: A-status
Sander wil – samen met guide Daaf Plomp – in Tasmanië de A-status halen. Dat betekent wel een plek halen op het erepodium. “Met een A-status gaan de deuren voor je open. Ook in financieel opzicht.” Lachend zegt hij “Ik had eigenlijk voor judo moeten kiezen. Dan had ik aan één judo pak genoeg gehad.”

Nu moet hij bijvoorbeeld alleen al extra geld bijeen krijgen voor de speciale racetandem waarmee hij meedoen bij het onderdeel fietsen. “Zo’n carbon fiets is pure mechanische doping! We halen daarmee een snelheid van dik 44 km/uur. Het geweld gaat daarmee echt los!”, zegt Sander vol vuur.

Enjoisport
Het feit dat zijn zichtveld beperkt is alsof hij door een rietje kijkt, Sander niet voor goud te gaan. ‘Gewoon’ keihard doortrappen richting de Paralympische Spelen van Parijs. Van 28 augustus tot en met 8 september 2024 komen circa 4400 sporters uit 182 landen in actie in de Franse hoofdstad op 22 takken van sport. De stichting Enjoisport heeft zich ten doel gesteld zich in te zetten om topsport voor iedereen met een  beperking mogelijk te maken en deze te faciliteren. Topsporters met een beperking worden veelal geconfronteerd met extra kosten voor onder andere begeleiding, faciliteiten, vervoer en (aanpassingen aan sport) attributen en trainingsbenodigdheden.

Bron:
Rodi Zaanstad, 2 maart 2023

Mijn leven staat weer op de rit

Op de racetandem samen met Daaf Plomp tijdens het WK in Abu Dhabi. ©Foto aangeleverd

Sander Koomen (43) uit Wormer is topsporter. Hij neemt deel aan paratriatlons en dat is érgens begonnen. ,,Juist de eerste stappen zijn voor iemand met een beperking vaak moeizaam.’’ Tegen anderen die overwegen te gaan sporten (of bewegen), zegt hij: ,,Doe het. Mijn leven staat weer op de rit en daar heeft sport een grote bijdrage aan geleverd.’’

Het begon al bij die grote financiële aanschaf: een racetandem. ,,Ik ben auditief én visueel beperkt. Als je dan aan triatlons wilt meedoen, heb je een racetandem nodig. Die is mij drie jaar geleden door de gemeente Wormerland toegekend en daar ben ik ze nog steeds enorm dankbaar voor.’’
,,Zo’n racetandem kost tweedehands als gauw 7500 euro en met een beperking heb je het vaak niet al te breed. Ik zag dat ook in Apeldoorn, waar ik revalideerde: veel alleenstaanden en geen fulltimebaan. Als je wilt sporten, heb je vrijwel altijd een aangepast hulpmiddel nodig. Maar ook rolstoeldansen, om maar eens wat te noemen, vereist een aangepaste stoel.’’

Abu Dhabi
Hij heeft net het WK in Abu Dhabi achter de rug. ,,Ik ben twaalfde geworden.’’ Z’n racetandem was letterlijk de opstap naar een professionele sportcarrière. ,,Het gaat heel goed’’, zegt hij. ,,Vorig jaar stond ik nog op plaats vijftig van de wereldranglijst. Om aan wedstrijden te mogen meedoen moet je een hoge ranking hebben. In dit covidjaar heb ik al vijf internationale wedstrijden achter de rug en ben ik gestegen naar plek 24.’’

Olifantenhuid
Koomen: ,,Binnen de paratriatlon zijn er vijf klassen. Amputaties vormen bijvoorbeeld een aparte klasse. Je kunt ook met een rolstoel deelnemen. Ik zit dus in een klasse met visueel beperkten die samen racen. Je doet dan feitelijk aan drie sporten: zwemmen, fietsen en lopen. Ik zocht een vereniging waar ik wat beter kon leren zwemmen. In Assendelft zit een triatlonvereniging. Ik heb ze opgebeld om te vragen of dat daar kon. Het antwoord: ‘oh, ja, ik weet niet of dat wel kan’.’’
,,Ze vragen zich af: kunnen wij dat wel bieden? Ik was onzeker en voelde me niet welkom. Een olifantenhuid klinkt wat zwaar, maar sporten met een beperking vereist zeker doorzettingsvermogen. Als je ergens wilt sporten en zegt: ‘maar ik mis een arm’. Dan wordt vaak niet gedacht: ’oké, we gaan kijken wat hier mogelijk is’. De focus ligt op die beperking.’’

Sloeproeien
,,Ik heb ook een poosje aan sloeproeien meegedaan. Ik wilde niet thuis blijven zitten en kwam in contact met vereniging Seanse Kat op de Zaanse Schans. Het werd eerst wel raar gevonden, dat ik mee wilde roeien, maar uiteindelijk waren ze toch blij met me. Ik vertelde hoeveel het voor me betekende en hoorde toen terug: ‘jij inspireert ons ook’. Dat was een enorme opsteker.’’

Ushersyndroom
,,Ik ben al vanaf m’n geboorte slechthorend’’, zegt hij. ,,Wat ik heb, is het ‘Ushersyndroom’, dat is een progressief erfelijke aandoening. Gelukkig is tegenwoordig veel mogelijk op technisch gebied, met gehoorapparaten. Mijn rechteroor is het slechtst. Het linker, daar bel ik nu mee.’’ Mijn gezichtsveld neemt steeds verder af. Ik kijk als het ware door een koker. Een gezond oog ziet 180 graden, ik nog 8. Het gaat heel langzaam, daardoor groei je wel erin mee. Dat scheelt.

Best bijzonder
,,Ik ben 43, best bijzonder om op hoge leeftijd nog aan topsport te doen. In 2024 is de paralympische spelen in Parijs. Daaraan meedoen, is mijn grote doel. Daar wil ik naartoe werken. Al was Abu Dhabi ook niet verkeerd hoor. Mijn leven staat weer op de rit en daar heeft sport een grote bijdrage aan geleverd. Ik ben sociaal vaardiger geworden. Succes ervaren helpt enorm. Je hebt het nodig om vervolgsteppen te durven zetten. Sport is goed voor je lichaam, maar dus ook voor je geest.’’

Bron: NH Dagblad/ Wormer
Door: Koos Reitsma
Datum: 28 november 2021

Run4usher_2021 @home challenge

Drie dagen voor de start van de Zevenheuvelenloop werd dit event gecanceld vanwege de hoog oplopende Corona besmettingen.
Direct na dit teleurstellende nieuws is #Run4usher omgedoopt in de Run4Usher @Home Challenge.

Alle teams zijn in het weekend van 20 en 21 november op eigen locatie van start gegaan en hebben hun eigen alternatieve Zevenheuvelenloop gelopen!

Vallen, Opstaan en weer Dóórgaan! 
De enorme flexibiliteit en veerkracht van de deelnemers van Run4Usher in 2021 is duidelijk zichtbaar geworden. Iedereen deed mee en samen hebben we ontzettend veel sponsoring opgehaald: € 23. 411,= (stand 26 november)!
Er kan nog steeds gedoneerd worden op:
RUN4USHER_2021

Koomen’s leven staat momenteel in het teken van topsport

Sander Koomen en Dave Heijsteeg©Christie Brouwer

“Het is niet alleen die eindbestemming die mij motiveert: ik geniet van alles onderweg daar naartoe.” Door de gevolgen van het Ushersyndroom, waarbij mensen doof en blind worden, kende de 41-jarige Sander Koomen een zware periode in zijn leven. Onder andere de triathlonsport vormt een lichtpuntje en met de Paralympische Spelen van 2024 als ultiem doel, staat Koomen’s leven momenteel in het teken van topsport. Samen met ‘guide’ (begeleider tijdens wedstrijden, red.) Davy Heijsteeg hoopt hij zijn droom te verwezenlijken. 

“Het is een progressieve, erfelijke aandoening waardoor ik zwaar slechthorend geboren werd en waardoor mijn ogen rond mijn puberteit langzaam achteruit gingen”, vertelt Koomen over zijn ziekte. “Er zitten staafjes en kegeltjes in je ogen en die worden bij mij niet meer gevoed, waardoor ze langzaam afsterven. Het is nu alsof ik door een rietje kijk.” Doordat het echter zo langzaam gaat, had Koomen niet altijd door dat zijn zicht verslechtert. “Ik merk het vooral bij de verandering van de seizoenen; als het eerder donker wordt, ga ik bijvoorbeeld meer tegen dingen aanlopen.”

Een trouwe vriend
Gelukkig heeft Koomen sinds vier jaar een trouwe vriend: Brighty. De blindengeleidehond vergrootte zijn wereld en zorgde er indirect voor dat Koomen triathlon een kans durfde te geven. “Zij geeft mij heel veel rust. Ik heb eigenlijk een soort chronische vermoeidheid, omdat ik altijd zo alert ben. Nu ik met haar naar training ga, kom ik een stuk meer uitgerust aan dan wanneer ik met een stok loop. Dan moet ik mij zo concentreren, dat ik afgepeigerd ben voordat de training is begonnen.”

Zijn looptrainingen werkt Koomen echter nog zonder Brighty af. “Brighty kan óf wandelen, óf rennen, maar daar zit niet echt iets tussenin”, lacht Koomen. “Hardlopen doe ik dus nog zelfstandig. Ik woon tegen de Zaanse Schans aan en zoek de juiste momenten uit. Dat is zaterdagochtend bijvoorbeeld, dan is het verkeersluw en ik loop dan altijd links tegen het verkeer in; dan zien zij mij aankomen en ik hen als het goed is ook. Doordat je asfalt en daarnaast berm hebt, kan ik een lijn volgen en die route kan ik onderhand bijna dromen.”

Dat Koomen alleen kan hardlopen en dankzij Brighty weer meer durft te ondernemen, geeft een gevoel van vrijheid. “Verder ben ik altijd afhankelijk van iedereen. Zelfstandig fietsen gaat gewoon niet, dus dat doe ik vooral op de Tacx in de schuur.”

In een isolement
Voordat Brighty en triathlon in zijn leven kwamen, kende Koomen een zware periode. “Ik was altijd heel sportief. Ik heb geturnd, lang gevoetbald en op een redelijk niveau badminton gespeeld. Dat zijn dingen die ik op een gegeven moment niet meer kon. Ik ben wel blijven hardlopen. Dat was de enige sport waarbij ik vrijheid had. Dat had ik ook echt nodig, want ik heb een hele slechte periode gekend. Ik had moeite om mijn beperking te accepteren en raakte daardoor in een isolement. Ik maakte mijn wereld heel klein, zodat niemand last van mij zou hebben. Zo heb ik lang kunnen verbergen hoe slecht mijn zicht was.” Op een gegeven kon Koomen er niet meer omheen. “Toen ik 35 werd, ging ik steeds meer fouten maken op werk en ging het ook met mijn huwelijk niet goed. Toen ontdekte mensen om mij heen dat er meer aan de hand was en dat ik gewoon niet goed meer zag.”

Hardlopen
Koomen kwam in een revalidatiecentrum terecht en leerde daar omgaan met zijn beperking. “Daar leer je je leven in te richten als slechtziende of blinde. Alles in mijn leven was even ‘gestopt’ in die periode; ik kon niet meer werken én ik lag in scheiding. Ik mocht daar een jaar lang aan mezelf werken en ben daar uiteindelijk ook weer gaan hardlopen.” Dat bracht een lach terug op het gezicht van Koomen. “Tijdens het hardlopen is mijn beperking er even niet. Ik geniet van het geluid van mijn ademhaling en de grond onder mijn voeten.” Koomen vond niet alleen zijn oude ‘ik’ terug, hij ontmoette ook zijn huidige vrouw met wie hij nu een samengesteld gezin met drie kinderen vormt.

Talent
Aangezien Koomen was afgekeurd voor werk, kwam hij thuis te zitten. “Wat nu?”, dacht ik. “Ik kreeg een mooie uitkering en daarmee viel een financiële last van mijn schouders. Maar ik was opeens huisman en dat was niet bevredigend.” Toen Koomen op een advertentie van NOC*NSF stuitte, veranderde alles: “Ze zochten Paralympisch talent en ik heb mij toen aangemeld voor een talentendag op Papendal. Ik mocht daar verschillende sporten uitproberen, waaronder triathlon. Daar werd ik meteen door gegrepen.” Onder leiding van bondscoach Bas de Bruin en Jelmer van Waveren ontwikkelde Koomen zich snel en zo kwamen de Paralympische Spelen ter sprake.

Ik ben een mannetje van 1.77
Om op hoog niveau mee te draaien had Koomen een sterke atleet aan zijn zijde nodig en dat werd Davy Heijsteeg. “Het is een enorme verantwoordelijkheid”, vertelt Koomen. “Davy staat in voor mijn veiligheid en dat vereist een bepaald karakter. Davy is jong, heel sociaal en volwassen voor zijn leeftijd en daardoor heel erg geschikt. Ik ben onwijs blij met hem. Hij is echt een topatleet. Mensen maken wel eens grapjes dat we vader en zoon lijken. Hij is twee meter en ik ben een mannetje van 1,77 meter”, schetst Koomen lachend een beeld.

Heijsteeg en Koomen op de tandem. ©Christie Brouwer

‘Super enthousiast
Het bijzondere team dat Heijsteeg – die zelf op hoog niveau triathlon beoefent – vormde met Koomen, wakkerde het ‘triathlonvuurtje’ in hem aan na een lastig jaar. “In 2018 brak ik mijn arm”, vertelt Heijsteeg. “Het duurde zeker een jaar om daarvan te herstellen en daarna hoefde topsport van mij eigenlijk niet zo meer. Toen kreeg ik een belletje vanuit de bond en ging het allemaal heel snel.” Binnen de kortste keren ontmoetten de twee elkaar voor het eerst en dat klikte meteen. “Sander is super enthousiast, dus dat maakt het heel erg leuk om dit samen met hem te doen.”

Als Koomen’s guide sluit Heijsteeg uiteraard regelmatig aan tijdens trainingen. En dat is belangrijk om in de wedstrijd goed op elkaar ingespeeld te zijn. “We moeten écht samenwerken. Als we van de fiets komen, is het bijvoorbeeld belangrijk dat we allebei aan dezelfde kant afstappen, anders hebben we een probleem”, lacht Heijsteeg. “Maar dat is een kwestie van trainen.” Het gaat natuurlijk nog veel verder dan dat: zo geeft Heijsteeg aan Koomen door wanneer er een bocht aankomt, zorgt hij er op alle onderdelen voor dat Koomen de snelste route volgt én ontzorgt hij Koomen ook voor de wedstrijd.

Sturen is een stuk lastiger
Het fietsen op een tandem is voor Heijsteeg wel even wat anders: “Het is nog steeds wennen. Je moet hard werken om tegen de wind in de juiste snelheid te vinden en je voelt twee keer zoveel weerstand, waardoor sturen een stuk lastiger is. Ik rij nu pas een jaar met Sander op de tandem en door alles wat er gespeeld heeft (corona, red.), hebben we besloten nu niet te vaak samen te fietsen. Dat is een beetje raar wanneer iedereen anderhalve meter afstand moet houden.”

Koomen en Heijsteeg staan op een 49e plek in de World Ranking en hopen snel op te schuiven zodra ze internationaal gaan racen. “Voor de Paralympische Spelen moet je top zes in de World Ranking staan, dus ik moet mij nog wel omhoog werken”, aldus een gemotiveerde Koomen.

Bron:
Tekst: Romy Louise van Schooneveld,
Foto: Christie Brouwer

Machteld rent samen met haar loopbuddy in de duinen, Ze hebben een rood lint in hun handen dat hun verbindt

Machteld op tv en in de bios

Machteld is in 2019 en 2020 regelmatig te zien tijdens reclame blokken op tv en in de bioscoop.

Michel heeft een nieuw doel voor ogen

Voormalig zwemkampioen Michel Tielbeke (36) heeft een nieuw doel: een halve marathon gaan lopen. Michel is doof geboren en nu ook bijna blind. “Als iets niet kan, dan kan het wel.” 

De bocht is te scherp. Zijn buddy Henk trekt aan het rode touw, maar dat is onvoldoende. Henk grijpt de hand van zijn vriend en trekt hem naar links. Tijdverlies door een val in de berm is geen optie. Michel Tielbeke (36) laat zich terugleiden naar het geasfalteerde pad. Hij bedankt zijn helpende hand niet, dat komt na de finish wel. Henk is zijn evenwicht, zijn ogen en oren. Maar het is zíjn wedstrijd.
Op een zonnige vrijdagavond rent Tielbeke mee in de Vital Centre Run in zijn woonplaats Raalte. Vijf kilometer in 25 minuten is het doel, de eerste stap van zijn training voor de halve marathon.
Michel Tielbeke werd doof geboren. Maar zijn ouders viel het op dat hij als peuter zijn speelgoed niet kon terugvinden. Uit een oogcontrole in het ziekenhuis bleek de driejarige Tielbeke niet alleen doof, ook slechtziend. Het gevolg van een erfelijke aandoening, het syndroom van Usher.
Als kind kon hij zich goed redden op de dovenschool. Maar als puber werd zijn gezichtsveld steeds geringer. Door Usher kijkt hij door een soort koker, waarvan het einde steeds kleiner wordt.

Communiceren met tactiele gebaren
Hij vormt een rechthoek met zijn handen. „Buiten dit blokje zie ik niets meer”, vertelt hij. De lentezon is nog niet gezakt, als het schemert verandert ook het blokje tussen zijn vingers in duisternis. „En ik kan je ogen, neus en mond ook niet goed onderscheiden.” Hij praat via een tactiele-gebarentolk. Zij zet gesproken woorden om in gebaren die hij in zijn handpalm voelt, hij reageert in gebarentaal.
Sinds zeven jaar woont hij op zichzelf, vijf minuten van zijn ouderlijk huis. Zijn vriendin woont in Katwijk, ook zij heeft Usher. Ze ontmoetten elkaar in 2010 op een kamp voor doofblinden. „Het is fijn dat we elkaar begrijpen en dat ze me niet zielig vindt. Ik zou het niks vinden om op de bank te hangen terwijl mijn vriendin als een begeleider voor me zorgt.”
Jarenlang werkte hij in een wasserette, waar hij kleding controleerde voor het de machine in ging. Maar in dat eentonige werk vond hij na zes jaar geen uitdaging meer. Ook werd het door zijn verslechterende zicht te moeilijk om alleen via liplezen met collega’s te communiceren. In 2013 liet hij zich afkeuren bij het UWV.
Nu vult hij zijn dagen met vrijwilligerswerk. Hij helpt bij tactielgebarenlessen op de Hogeschool Utrecht en is actief bij twee doofblindenclubs. „Onze gemeenschap is slecht geïntegreerd in de horende wereld. Daarom vind ik dat we zoveel mogelijk dingen samen moeten ondernemen, en elkaar laten zien wat allemaal mogelijk is. Mijn motto is: als iets niet kan, dan kan het wel.”
Tijdens de run in Raalte draagt Tielbeke een hesje: DOOFBLIND. De felgele stof plakt aan het t-shirt dat hij eronder draagt. Heimelijk schemeren er letters doorheen: The Netherlands staat op het oranje shirt. Daaronder vijf gekleurde ringen.

Tweevoudig wereldkampioen
Zijn credo geldt ook in de sport. „Ik schijn er een talent voor te hebben”, zegt hij. Dat bleek toen hij in 2009 tweevoudig wereldkampioen paralympisch zwemmen werd in Rio de Janeiro, en dat blijkt deze vrijdagavond, bij de vijf kilometer van Raalte.
Tielbeke heeft de geest van een sporter, maar een lichaam dat niet meewerkt. Een tegenstelling die als rode draad door zijn leven loopt. Met trefbal tijdens de gymles op de dovenschool gooide hij de ene na de andere tegenstander van het veld. Tot hij op een gegeven moment zijn tegenspelers niet meer kon onderscheiden van de muur achter ze en hij op de bank moest blijven zitten.
Hierna voetbalde hij jarenlang met plezier. Maar toen hij twintig was, vond hij de bal niet meer terug op het veld. Het ding verdween, tussen de benen van andere spelers, uit zijn steeds kleiner wordende gezichtsveld. Zijn scheenbeschermers liggen sindsdien onaangeraakt in de kast.

Topsportzwemmer
In 2003 begon Tielbeke met zwemmen. Al snel deed hij als topsportzwemmer mee aan internationale wedstrijden, met medailles als bewijs van zijn succes. Maar ook zwemmen bleek eindig. Het contact met medesporters en trainers verliep steeds moeizamer en in het olympisch dorp was geen ruimte voor een tolk. In aanloop naar de Deaflympische Spelen van 2013 stopte hij met trainen.
Zijn nieuwste sport is dus hardlopen. Hij liep de Zevenheuvelennacht in Nijmegen en de Amsterdamse Dam tot Damloop. Maar tijdens trainingen belandde hij steeds vaker in de berm. Sinds een paar maanden traint hij met een buddy, ultraloper Henk Braker.
„We wisten de eerste keer beiden niet hoe het zou gaan”, zegt Braker. „Ik vroeg hem wat ik moest doen. Michel pakte zijn mobiel en typte: ‘Hoezo? Gewoon rennen!’” Ze hebben inmiddels tien keer samen gelopen. „Michel is bezeten van sport. Hij wil altijd sneller – ook als dat eigenlijk niet verstandig is.”
Tielbeke lacht. Terwijl hij gebaart, stoot hij een verder geluidloze boodschap uit, waarin twee woorden te onderscheiden zijn: niet en bang.
Vroeger was hij jaloers op de mensen die zonder na te denken voetbalden, terwijl hij de bal niet kon vinden. Hij voelde afgunst als coureurs in de mooiste wagens stapten, terwijl hij nooit een gaspedaal aan zou mogen raken. „Dat ligt achter me”, zegt hij. „Ik probeer het om te draaien. Als iemand in een mooie auto rijdt, kan ik mooi in de bijrijdersstoel.”

Halve marathon op de bucketlist
De halve marathon prijkt boven aan zijn bucketlist. Ook wil hij een stichting oprichten om andere doofblinden te motiveren om te sporten. Welke sport is hem om het even. „Alles wat mogelijk is voor doofblinden. En als iets niet kan, dan kan het wel.”
In Raalte roept de speaker, via een megafoon, nu en dan de verlopen tijd om: „Vierentwintig minuten en dertig seconden.” Even versnellen, dan haalt-ie zijn doel nog. Henk trekt aan het touw, Tielbeke verhoogt zijn tempo. Als ze de finish passeren, rent hij door. Het gejoel van het publiek bereikt hem niet. Dan voelt hij Henks hand op zijn buik en zet hij de laatste passen. De race is gelopen. In 25 minuten en 9 seconden.

Bron: NRC
Auteur: Floor Bouma

Rick op radio Rijnmond

Interview met Rick Brouwer en Ceel van Rhee op radio Rijnmond over de Glendalough Trail die zei liepen in Ierland